“Alle beetjes helpen”

MEIERIJSTAD - Een andere kijk op afval: dat is nodig om in 2050 een afvalloze gemeente te zijn. In vijf artikelen belichten we mensen en organisaties die daar nu al werk van maken. In de tweede aflevering vertellen Connie Smits en Gé de Bot uit Sint-Oedenrode hoe zij zo afvalloos mogelijk leven.

Het begon allemaal met de liefde – en het respect – dat Connie Smits voor de aarde heeft. “De plastic soep opende mijn ogen. Het is verschrikkelijk hoeveel dieren, op land en in zee, door plastic overlijden. Ze raken erin verstrikt of ze krijgen het in hun lichaam. Het besef dat we als mensen onderdeel zijn van de natuur hadden we al. De natuur geeft ons onder meer eten en een fijne leefomgeving. We vinden dus dat we zelf goed voor de natuur moeten zorgen. Het besef dat je dat heel eenvoudig kunt doen, zorgde dat ik anders ging kijken naar afval.”

Minder afval

Connie en Gé maakten serieus werk van minder afval. En met succes: in één jaar halveerde het aantal kliko’s met restafval. Deze halvering komt doordat Connie en Gé afval nóg beter gingen scheiden én ze bewuster keken naar onder meer verpakkingen. “We hebben bijvoorbeeld een speciale katoenen broodzak gekocht. De bakker doet daar het brood in. Groente kopen we vaak op de markt, in de streekwinkel of bij biologische tuinder. We nemen dan onze eigen katoenen zakjes mee waarin de groenten meegegeven worden. Dat scheelt enorm in papier en plastic afval. Voor kaas hebben we een speciaal ‘doek’ van bijenwas.” Ook belangrijk: Connie en Gé kiezen vooral voor groente uit het seizoen die uit de buurt of uit Nederland, en van de koude grond, komt. “Dat scheelt naast verpakking ook in het vervoer. Juist dat wereldwijd transport zorgt voor CO2-uitstoot en dat is niet goed voor het milieu. Toch schrikt Connie nog van de hoeveelheid PMD-afval die ze heeft. “We eten bewust bijna geen vlees. Maar vleesvervangers zitten wel in plastic verpakkingen! Waar het kan, kiezen we wel voor recyclebare verpakkingen, waaronder glas en blik. En we willen het liefst geen eten weggooien. Van restjes maken we soep of we vriezen ze in.”

Grenzen

Connie en Gé vinden het niet lastig of ingewikkeld om zo afvalloos mogelijk te leven. Al zijn er wel grenzen. “Er zijn ook mensen die zelf schoonmaakmiddelen en zeep maken. Dat vind ik persoonlijk wel erg veel gedoe. Gelukkig zijn er ook handige alternatieven. Ik gebruik bijvoorbeeld bijna geen wasmiddelen maar wasnoten en kies voor ecologische schoonmaakmiddelen.” Tegelijkertijd hoopt Connie dat mensen ook zelf grenzen gaan stellen. “Wij vragen ons bij heel veel dingen af of we het wel écht nodig hebben en of we het willen kopen. Want ook lenen en delen zijn soms goede opties. Nieuwe kleding is bijvoorbeeld vaker leuk dan echt nodig. Boeken kun je vaak doorgeven of lenen. En sommige dingen kun je prima delen, zoals een ladder. Koop die met de buurt en maak er samen gebruik van.” En over apparaten gesproken: Connie doet bewust lang met spullen en bekijkt of ze te repareren zijn. “Het Repair Café kan je helpen om spullen te repareren. Daarnaast kijken we kritisch naar wat we weggooien. Goede spullen gaan naar de kringloop of geven we weg.” Connie en Gé hebben nog wel een tip voor de gemeente: “Gratis inleveren van sommige soorten afval vermindert het zwerfafval. De milieustraat in Rooi heeft inmiddels wel een betere opzet gekregen om ingeleverde spullen uit te sorteren.”

Onwetendheid

Minder afval: dat is eigenlijk weinig moeite, vinden Connie en Gé. Wat lastiger is: als particulier weet je niet altijd waar je goed aan doet. “Veel mensen weten bijvoorbeeld niet dat in douchegel en shampoo heel kleine bolletjes plastic zitten. Deze microplastics spoelen door je doucheputje het riool in en komen zo in zee terecht. Daar komen ze in dieren terecht die daaraan kunnen overlijden. Daarom kies ik voor blokken zeep en shampoo en tandpasta in tabletvorm.” Bij twijfel kijkt Connie vaak op de website van Milieu Centraal.

Quickwins

Iedereen kan simpel minder afval produceren. Connie en Gé geven je vijf simpele tips waarmee je je vuilnisbak minder vaak hoeft te legen:

1. Koop lokaal

Winkelen bij winkels in de buurt zorgt voor veel minder verpakkingsmateriaal. Online winkelen zorgt voor extra milieubelasting door het vervoer en al het verpakkingsmateriaal.

2. Koop op maat

Bedenk bij alles wat je koopt of je het echt nodig hebt of gaat gebruiken. We gooien in Nederland heel veel eten weg. Bedenk vooraf een (week)menu en maak een boodschappenlijstje. Bewaar restjes of vries ze in. Tip: doe restjes in een aardewerken of glazen kommetje en zet er een schoteltje op. Dat werkt net zo goed als een plastic bakje.

3. Kijk kritisch naar verpakkingen

Neem je eigen tassen mee naar de winkel. En kijk kritisch naar verpakkingen. Glas en papier zijn goed te recyclen en milieuvriendelijker dan plastic verpakkingen.

4. Koop kwaliteit

Goede spullen gaan langer mee, waardoor je minder afval produceert. Probeer kapotte spullen te maken.

5. Nieuw is niet altijd nodig

Er is een groot aanbod aan kwalitatief goede tweedehands spullen, zoals kleding, meubels, boeken, apparatuur en zelfs bouwmaterialen. Die kunnen nog prima een tweede leven mee.

Gé Bot en Connie Smits