“Het gaat zo ontzettend traag”

Fatsoenlijke huisvesting arbeidsmigranten

MEIERIJSTAD – Zoveel mensen, zoveel (woon)wensen… In Meierijstad is er een groot gebrek aan betaalbare woningen die aansluiten bij de woonwensen van inwoners. Dat geldt nadrukkelijk ook voor huisvesting voor arbeidsmigranten. Er is een schrijnend gebrek aan fatsoenlijke huisvesting voor deze groep inwoners. En dat is Han van Horen, ceo bij HOBIJ, een doorn in het oog.

“De laatste 10 tot 15 jaar is er door de overheid veel te weinig gedaan om ruimte te scheppen voor de 800.000 arbeidsmigranten die in Nederland werken. Er zijn structureel te weinig woonplekken voor deze mensen én er zijn ook te weinig wonen die kwalitatief goed zijn. En laat ik heel duidelijk zijn: wij willen dolgraag onze arbeidsmigranten goed, veilig en prettig laten wonen. Maar dan moet je eerst weten welke woonwensen arbeidsmigranten hebben.”

Praten met i plaats van over arbeidsmigranten

Veel mensen en organisaties hebben meningen, en soms zelfs vooroordelen, over de huisvesting van arbeidsmigranten. Maar wie weet nou het beste hoe een arbeidsmigrant wil wonen? Juist, de arbeidsmigrant zelf! Reden voor Hobij om samen met collega -arbeidsbemiddelaar de woonwensen van arbeidsmigranten te onderzoeken. “Daarbij hebben we vooral ‘de kortblijvers’ gevraagd naar wat ze wilden. Arbeidsmigranten die langer dan anderhalf jaar in Nederland blijven, vinden hun eigen weg wel en komen vaak via woningcorporaties aan permanente woonruimte,” licht Han van Horen toe. “Maar juist voor arbeidsmigranten die korter in Nederland blijven of vaker verhuizen is het lastig om passende huisvesting te vinden. Hun woonwensen zijn niet spectaculair en eigenlijk heel duidelijk: ze willen betaalbare woonruimte, privacy, goed werkend internet om zo contact het thuisfront te onderhouden, een veilige woonplek en in de buurt van voorzieningen, zoals winkels.”

Grootschalige huisvesting

Veel mensen verzetten zich tegen woningen voor arbeidsmigranten in hun buurt, vaak uit angst voor ongeregeldheden. Dat is niet helemaal terecht, want uit onderzoek van onder meer de politie blijkt dat arbeidsmigranten net zo vaak bij incidenten betrokken zijn als andere groepen in de samenleving. “Maar tja, die ene amokmaker bevestigt vaak meteen alle vooroordelen,” constateert Han van Horen. “Vergeet niet dat bijna 40.000 woningen verhuurd zijn aan arbeidsmigranten. Zij wonen vaak relatief kort ergens. Er is dus veel doorstroom en dat zorgt voor weinig binding met de wijk. Vaak ontbreekt ook toezicht, waardoor er bij klachten of overlast niet snel ingegrepen wordt. Daarom ben ik voorstander van grootschalige huisvesting voor deze groep arbeidsmigranten. We zorgen daarbij voor een huismeester, goede beveiliging en 24/7 toezicht. Dat werkt beter voor de huurders én de buurt. Een mooi voorbeeld is het voormalige hotel op het Stadhuisplein in Veghel waar sinds een jaar onze mensen wonen. We hebben daarover goed contact met de buurt gehad en inmiddels houden buurtbewoners een oogje in het zeil. Er is geen overlast en iedereen is tevreden.”

Hobbels sneller nemen

In Meierijstad moeten minstens 2500 plekken voor arbeidsmigranten komen. Al jaren praat Han van Horen, samen met Workforce OTTO, over ‘De Knokert’ in Veghel. Op papier ziet de woonwijk met 100 tiny houses, een park, sportgelegenheid en voldoende parkeerplekken er prachtig uit en lijkt het zo gerealiseerd te kunnen worden. De praktijk is een stuk weerbarstiger. Han van Horen: “De Nederlandse wetten en regels zijn niet gemaakt voor zulke semipermanente bewoning. Overheden weten dus niet precies hoe ze daar mee om moeten gaan. Gelukkig is er eindelijk het besef dat je als overheid moet kijken hoe de regels voor een plan kunnen werken in plaats van hoe een plan bij de regels past. Die andere blik is keihard nodig om het huisvestingsprobleem op te lossen.” Overigens ziet Han van Horen wel steeds meer bereidheid bij de overheid om mee te denken. “Zo bleek dat er in Meierijstad geen beleidsplan was voor huisvesting van arbeidsmigranten. Gemeente en ondernemingen hebben dat samen opgesteld. Als ondernemer zou ik het mooi vinden als de gemeente zich in dit vraagstuk nog ondernemender opstelt. We moeten er echt samen de schouders onderzetten. Want na jaren praten, zou ik graag ‘De Knokert’ willen gaan bouwen. Dan kunnen we binnen een half jaar 500 arbeidsmigranten een fijn huis bieden.”