Lerares Anja na 45 jaar met pensioen: ”de jeugd van nu ‘keet’ te weinig”
SCHIJNDEL – “Als je me twee weken geleden had gevraagd hoe ik me voelde, dan had ik gezegd: ik vind het verschrikkelijk om te stoppen, ze hebben me niet meer nodig. Wat moet ik nou thuis?” Anja Dütting, cultuurcoördinator en docent beeldende vakken op het Elde College in Schijndel gaat donderdag na 45 jaar met pensioen. “Maar nu ik weet wat ik verder wil met mijn leven, omarm ik mijn afscheid en zie er niet meer tegenop.”
Culturele kunstzinnige vorming, tekenen en handvaardigheid. Daaruit bestaat het kunst en cultuuronderwijs dat tegenwoordig op het Elde College wordt gegeven. Anja Dütting gaf het vak in eerste instantie op de huishoudschool (LHNO) in Schijndel. Daar kwam ze eigenlijk per toeval terecht na tussenkomst van haar vader die werkte als chef-kok in het nonnenklooster in Schijndel. “Ik solliciteerde op een baan als kaderinstructrice bij de scouting in Den Haag en werd aangenomen. Ons pa vond dat maar niks; zijn dochter naar Den Haag en regelde via zijn werk dat ik alsnog meegenomen werd in de sollicitatieprocedure bij het LHNO.Ik was een creatief iemand met een enorme fantasie. Kunst en cultuur was altijd al mijn ding. Ik vond het dus leuk om aan de slag te gaan als lerares”.
Fusies
De LHNO fuseerde in 1989 met de LTS en LAS tot scholengemeenschap ‘De Steeg’ voor beroepsonderwijs. In 1995 ontstond na nog meer samenvoegingen het Elde College, een brede scholengemeenschap met bijna tweeduizend leerlingen. Daar is zij naast lerares ook cultuurcoördinator van de school geworden. “Eigenlijk heb ik die functie zelf gecreëerd. De toenmalige directeur vond het belangrijk en later stelde de landelijke overheid geld voor die functie beschikbaar”. Het gaf me de kans om allerlei kunstprojecten voor leerlingen op te gaan zetten, ook met kunstenaars en instellingen in Schijndel.
‘Dag juffrouw, hoi mevrouw’. Anja wordt op straat of in de supermarkt steeds weer aangesproken door haar (oud)-leerlingen. “Dat gebeurt nou eenmaal als je in Schijndel woont”, vertelt Anja. Ik heb het nooit erg gevonden, maar sommige collega’s zijn voor hun eigen privacy in een andere gemeente gaan wonen.”
15x20x45
Anja heeft veel leerlingen in de klas gehad, heel veel. “Reken maar uit: 15 klassen per jaar x gemiddeld 20 kinderen x 45 jaar”. Dan kom je uit 13.500 leerlingen. Haar eigen twee kinderen zaten wel op het Elde College maar nooit bij Anja in de klas. “Daar heb ik toen bewust voor gekozen. Overigens vond Wouter het wel leuk dat zijn moeder lerares was. Hij riep altijd ‘Hee mam’. Maar de jongste, Willemijn, vond het maar niks. Ze wilde in het niets verdwijnen als ze me op school zag”, lacht moeder Anja.
Digitale generatie
De verschillen tussen de ‘analoge’ leerlingen van vroeger en de ‘digitale’ van nu zijn heel duidelijk, volgens Anja. “Er wordt niet meer gekeet, helaas”. Bij het wisselen van klas of in een tussenuur is het rustig, iedereen is bezig met gamen of sociale media op zijn of haar telefoon. “Ook bij ons op school speelt de discussie of de mobiel wel op school thuishoort. De een vindt van wel, de ander niet. Ze hebben allemaal een laptop die in de les wordt gebruikt, dat is digitaal genoeg, vind ik”.
Eigenwijs
Anja vindt dat de leerlingen van nu over het algemeen eigenwijzer zijn dan die van vroeger; ze nemen niet alles meer aan van hun leraar aan. “Als ik suggesties doe om bijvoorbeeld een kleiwerkstuk nog beter te maken dan werd dat eerder geprobeerd en nu wordt sneller gezegd: het is goed zo.” Bovendien valt het Anja op dat leerlingen zo ontzettend veel moeten tegenwoordig. “Naast school moeten ze ook nog naar de sportclub en vaak ook werken. Ik ken jongens die een bijbaantje hebben van twintig uur in de week.”
Ondergeschoven kindje
Voor zover Anja weet heeft ze met haar lessen geen bekende kunstenaars voortgebracht. Dat vindt ze jammer, maar niet raar want kunst- en cultuurlessen zijn en blijven het ondergeschoven kindje in het onderwijslandschap. “Vroeger kregen kinderen nog twee uur les. Dat kon ik bijvoorbeeld nog eens met een klas een museum bezoeken. Later werd het één uur per week, je wordt dan een vreemde voor de klas.
Toch is Anja dankbaar voor alle kansen die ze heeft gekregen en ook zelf heeft gecreëerd. Ze vond het altijd leuk om de boel op te schudden, steeds weer iets nieuws te doen, ook om de leerlingen bij de les te houden. “ik ben nooit vastgeroest”, lacht ze, “en dat is heel belangrijk.” Vaak werkte ze samen met instellingen als de bibliotheek of de Schaapskooi en met plaatselijke kunstenaars. “Die samenwerking was heel prettig, leuk voor de kinderen en ik kon er persoonlijk ook mijn creativiteit in kwijt.”
Tempus Arti
Als haar grootse verdienste ziet ze de spontane deelname van de school aan de tentoonstelling Tempus Arti, kunst op locatie in 2003 in Schijndel. De oude Sancta Mariaschool aan de Pompstraat in Schijndel werd net voor de sloop nog door haar en haar leerlingen gebruikt als expositieruimte. “In elk lokaal hadden we kunst gemaakt, na de kunstmanifestatie en de vakantie werd het pand gesloopt.”
Anja zal de leerlingen om haar heen gaan missen, zowel de flapuiten als de teruggetrokken types. Toch is ze inmiddels niet meer bang om in het spreekwoordelijke zwarte gat van na het pensioen te vallen. Ze heeft besloten te blijven werken, voor scholen maar ook voor andere doelgroepen. Het plan is om creatieve kunstworkshops te gaan geven voor bedrijven of particulieren. De website moet er nog komen maar een naam heeft ze al wel voor haar bedrijf: Scart (SChijndelse ART).