Onaangename indrukken in Rooi en met Veghel komt het niet meer goed

MEIERIJSTAD – “Ik nam geen aangenamen indruk mede van mijn bezoek aan deze gemeente; de burgers en de boeren leven op geen beste voet samen; de boeren hebben de meerderheid. De burgemeester wil het goede, maar is niet krachtig, is ook niet gezien”.

Dat schreef oud-commissaris Mr. A.E.J. baron Van Voorst tot Voorst op "den elfden augustus 1898"over zijn bezoek aan Sint-Oedenrode. Ook over Veghel was hij niet optimistisch. Het was toen al geen vredig dorp meer en het zou volgens de commissaris alleen nog maar erger worden.

Van Voorst tot Voorst reisde tijdens zijn bestuursperiode van gemeente naar gemeente, zoals commissarissen nog steeds doen. Hij hield een nauwkeurig verslag bij van zijn bezoeken. Die verslagen geven een mooi tijdsbeeld, dat nu voor het grote publiek is ontsloten.

Het Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) heeft een website gemaakt waar al die verslagen op staan. Door op je woon plaats te klikken kun je zien wat Van Voorst tot Voorst in zijn tijd aantrof.

Feestelijk onthaal
De commissaris ondernam zijn bezoeken samen met een ambtenaar - vaak ook ter controle - per trein of tram en een rijtuig, later per auto. De eerste ontvangst was feestelijk. De vlaggen werden uitgestoken en vaak was ook de harmonie of een erewacht opgetrommeld. Vaste onderdelen waren een gesprek met burgemeester en wethouders, een audiëntie voor de inwoners, soms ook een bezoek aan een school of bedrijf. Die gesprekken waren niet altijd inspirerend en dan had de commissaris moeite zijn ogen erbij open te houden. Maar hij respecteerde het lokaal bestuur en was geïnteresseerd. Hij adviseerde, bekritiseerde en zei wat hij verbeterd wilde zien.

Vuilpoezen en mussennesten
Met de aantekeningen tot zijn beschikking kon hij zijn volgende bezoek goed voorbereiden. Zijn notities gaan bijvoorbeeld over het raadhuis, de secretarie en het personeel. En die zijn vaak niet mals! De secretarie van Aarle-Rixtel vond Van Voorst tot Voorst meer dan smerig, een echte vuilpoes. In Gassel ontdekte hij een mussennest in een kast. Maar vaak toonde hij zich ook tevreden over de situatie. De audiënties waren niet altijd druk. Mensen kwamen meestal met verzoeken.

Hij schrijft ook over de plaatselijke politieke verhoudingen, de invloed van de socialisten en de (wan)toestanden rond de verkiezingen. Boeiend zijn de observaties over de ontwikkeling van de arbeidsverhoudingen in de agrarische sector en de industrie. De baron is bezorgd over de gevolgen van de fabrieksarbeid voor de morele toestand van de bevolking. Ook in de huisvesting had de commissaris oog voor wantoestanden en goede ontwikkelingen.


De toestand van de armen en de gezondheidszorg komen in elk verslag voor. De zedelijkheid is belangrijk voor Van Voorst tot Voorst; hij maakt zich druk over het aantal ‘moetjes’, gedwongen huwelijken als gevolg van zwangerschap.

Goed onderwijs lag de commissaris na aan het hart, maar evenzeer de leerplicht. Een laatste belangrijk element was de Eerste Wereldoorlog. Het ‘vreemd volk’, dat door de mobilisatie en de stroom Belgische vluchtelingen in de provincie kwam, had zijn weerslag op de zeden en gewoonten.

Boeiende observaties
Al met al bieden de dagboeknotities een boeiende kijk op de bevolking en het plaatselijke bestuur in Brabant. Zijn talloze contacten die ogenschijnlijk weinig verband met elkaar hebben, vertellen samen het verhaal van een Brabant dat nog vooral dorps en zeer kleinschalig was, maar dat te maken kreeg met grote veranderingen. De commissaris die vanuit zijn positie met een open oog voor het geheel zich verdiepte in de invloed van die ontwikkelingen op de lokale gemeenschap, leverde met zijn werkbezoeken een eigen bijdrage aan de kwaliteit van de provincie in die dagen.

Foto: Portret van mr. A.E.J. baron Van Voorst tot Voorst Commissaris van de Koningin in Noord-Brabant. Dit olieverf schilderij van Piet Slager (1871-1938) hangt in de GS-kamer van het Provinciehuis in Noord-Brabant. De Commissaris is in 1928 op het doek vastgelegd.