“Ons pap verdient het om in een volle kerk herinnerd te worden”

Bij de uitvaart van Rien van Gerwen gaf deze krijttekening de nabestaanden troost
Fotograaf: Archief Nelleke van Heeswijk

SINT-OEDENRODE - Corona heeft Meierijstad uitzonderlijk hard getroffen. Veel mensen werden ernstig ziek en er zijn ook veel mensen overleden. Op zaterdag 30 oktober worden om 19.00 uur mensen die als gevolg van corona of in coronatijd zijn overleden herdacht in de Martinuskerk in Sint-Oedenrode. Een van die overledenen is de voormalige koster van de kerk: Rien van Gerwen. Zijn dochter Nelleke zal tijdens de herdenkingsdienst spreken, maar wil haar verhaal van verlies en rouw in dit verhaal al delen.

“De herdenkingsdienst vind ik belangrijk, omdat we nooit mogen vergeten hoe heftig het afscheid en de rouw zijn geweest voor nabestaanden die iemand aan corona hebben verloren. Bij het afscheid van mijn vader was de kerk, noodgedwongen, nagenoeg leeg. Nu kan ik voor een hopelijk volle kerk mijn verhaal doen,” zegt Nelleke. “Dat vind ik belangrijk. Het doet recht aan mijn vader, die zich enorm voor de parochie heeft ingezet. Maar ik hoop ook dat ik kan overbrengen hoe zwaar het was om in coronatijd te rouwen. Je hoort en ziet in de media de verhalen van mensen die corona hebben overleefd en ook van zorgmedewerkers die een heel heftige tijd achter de rug hebben. Maar je hoort of ziet maar bitter weinig over nabestaanden die soms geen of niet op de door hun gewenste manier afscheid konden nemen.”

Eenzaamheid
Eenzaam: zo vat Nelleke het overlijden van haar vader, maar ook haar eigen rouwperiode samen. “Mijn vader overleed in april 2020, midden in de eerste golf. Dat betekende dat de afscheidsdienst in zeer kleine kring gehouden moest worden. Dat was heel intiem, maar tegelijkertijd deed het geen recht aan mijn vader. Wat ik ook lastig vond was dat veel mensen in het uitvaartcentrum geen afscheid durfden komen nemen. Ze waren, begrijpelijk trouwens, bang voor besmettingsgevaar. Als naaste familie zagen wij in deze tijd ook niemand. Logisch, want ons pap had corona. We wisten niet of wij ook besmet waren. Er was toen nog zo weinig bekend over corona en de juiste maatregelen … En het virus greep ongenadig hard om zich heen in Sint Oedenrode. De angst en onzekerheid was in deze tijd bij iedereen heel groot. We wilden beslist niemand besmetten, omdat we zelf ervaren hadden hoe heftig corona kan zijn. Je mist juist in zo’n zware periode een hand op je schouder of een knuffel. Dat kon niet en dat vond ik heel eenzaam. We hebben ontzettend veel lieve kaarten, berichten en attenties gekregen. Dat was hartverwarmend, net als de erehaag die voor de uitvaart voor ons pap op straat gemaakt werd.”

Oorlog
Tijdens de eerste coronagolf stierven voornamelijk mensen die boven de 80 jaar waren of die onderliggend lijden hadden. Dat Rien van Gerwen zou overlijden aan corona lag niet voor de hand. Hij was een kerngezonde, actieve man van 71, die nog midden in het leven stond. Toen hij op maandag 16 maart met hoge koorts wakker werd, maakte Nelleke zich niet meteen grote zorgen. “Ons pap was flink verkouden en had koorts. Op woensdag ging hij naar het coronaspreekuur. Al snel ging het minder goed met hem. Op vrijdag kwam de huisarts en is hij per ambulance naar Bernhoven gebracht. Ik zou later naar het ziekenhuis gaan om spullen te brengen. Toen ik op de eerste hulp kwam, kon ik alleen maar denken: dit is oorlog. Er arriveerden constant ambulances met coronapatiënten, die op 1 ‘coronakamer’ op de eerste hulp lagen, alleen gescheiden door gordijnen. Artsen en verpleegkundigen renden letterlijk in het rond om zorg te geven. In eerste instantie werd ons gezegd dat ons pap naar een ander ziekenhuis moest, omdat er in Bernhoven geen plek meer was. Later was er toch nog éém bed op de afdeling beschikbaar. Toen het slechter ging, werd hij naar de IC overgebracht en in slaap gebracht.”

Enschede
Bernhoven kan in deze tijd de enorme toestroom van coronapatiënten niet aan. Rien wordt al snel overgeplaatst naar het ziekenhuis in Enschede. “Toen ik daar aankwam, was er een oase van rust,” herinnert Nelleke zich. “Bij de ingang stond nog niet eens desinfectiemiddel. Op de IC lagen 7 coronapatiënten, waarvan er 6 uit een ander ziekenhuis overgeplaatst waren. In Bernhoven mocht er geen bezoek komen, in Enschede wél. Al was dat heel beperkt. We gingen één keer per week op gesprek bij de arts en er mocht dan ook één persoon naar mijn vader toe. Mijn broer en ik spraken af dat we om en om zouden gaan. Na een paar weken leek het wat beter met onze vader te gaan, maar na deze opleving ging het snel slechter. We hebben toen de pastoor van de Martinuskerk gevraagd om naar Enschede te komen om hem kracht te geven voor zijn herstel. Daar reageerde mijn vader heel emotioneel op. Ik heb hem toen ook gezegd: “We zijn trots op je. Als je voelt dat het niet meer gaat, laat het dan maar gaan.”

Lijdensweg
Drie dagen na het bezoek van de pastoor nam Nelleke een beslissing. “Ik vond het verschrikkelijk om de lijdensweg van mijn vader te aanschouwen; om te zien hoe hij ver weg van zijn vertrouwde Rooi eenzaam en alleen doodziek in een ziekenhuis lag. Ik begon aan een e-mail aan het ziekenhuis om te vragen of ik bij hem op de kamer in quarantaine mocht, ook in de hoop dat hij wat rustiger zou zijn. Tijdens het opstellen van de e-mail belde de arts van mijn vader. ‘We gaan de behandeling stopzetten,’ zei hij. We waren door hem al enigszins voorbereid op dit nieuws, maar het kwam toch heel hard binnen. Waar ik ontzettend dankbaar voor ben is dat we met de hele familie afscheid mochten nemen, óók de (schoon)broers en (schoon)zussen van ons pap. In heel veel ziekenhuizen mocht dat niet. Dat moet een trauma zijn voor veel nabestaanden. Met de herdenking van zaterdag wil ik recht doen aan deze nabestaanden, mijn vader herinneren én aandacht vragen voor het trauma van deze nabestaanden.”