Opinie: Arbeidsmigranten meer gebaat met kwekerij in eigen land

Van den Elzen Plants wil op het eigen terrein in Erp appartementen bouwen voor zo’n driehonderd arbeidsmigranten. De huisvesting van arbeidsmigranten leidt vrijwel altijd tot discussie. Omroep Meierij wil ruimte geven aan die discussie. Voor de politieke partij Hart was het reden voor een beschouwing.




MIJMERINGEN OVER ARBEIDSMIGRANTEN

Het College stemt in met het plan om de studio’s te bouwen en dat is logisch. Het plan past immers bij het besluit dat de gemeenteraad eerder nam over huisvesting van arbeidsmigranten. Die mogen niet zomaar ergens in het buitengebied wonen, behalve op het terrein waar ze werken. Hart stemde destijds met het beleid in.


Dat deed Hart omdat we zo een, twee, drie geen beter alternatief wisten te bedenken. Maar feit is dat nieuwe woonruimte voor bijna driehonderd mensen eigenlijk niet past bij het Nederlandse beleid op het gebied van ruimtelijke ordening, buitengebied en wonen.


Hoe logisch zijn huizen tussen de akkers?


Vergeet even dat het om tijdelijke, buitenlandse arbeidskrachten gaat: hoe logisch vindt u het dan dat tussen akkers, weilanden en boerderijen studio’s worden gebouwd?


En hoe eigentijds is het om mensen te laten wonen op het terrein waar ze werken? Hebben we in Nederland geen ontwikkeling doorgemaakt waarin we woonbuurten en bedrijfsterreinen juist van elkaar scheiden?


Nog eens wat: wie wil nou dat de eigen werkgever ook huurbaas is? En dat het verlies van werk automatisch het verlies van woonruimte betekent? Dat is toch uit de tijd?


We horen het u zeggen: waar moeten die Polen, Roemenen en Tsjechen dán wonen? Wat dacht u van: in hun eigen land?


Voor u ons gaat beschuldigen van xenofobie, racisme, discriminatie of reactionair populisme – lees vooral even door.

Producten worden geëxporteerd

Hart stelt vast dat een groot aantal buitenlandse arbeidskrachten in Nederland werkt aan producten die vervolgens worden geëxporteerd naar het buitenland. De gemiddelde Nederlander schiet daar niets mee op. Dit geldt ook voor een aanzienlijk deel van de productie van het bedrijf dat aanleiding voor dit verhaal is.


Die gemiddelde Nederlander gebruikt die producten niet (want ze gaan voor een groot deel naar het buitenland), die gemiddelde Nederlander wordt er financieel niet wijzer van (want hij krijgt geen loon van de producent) en die gemiddelde Nederlander heeft er wel last van.

Die last zit in de hinder die productiebedrijven nu eenmaal met zich meebrengen en die we accepteren omdat er doorgaans wat tegenover staat: dat onze inwoners er hun baan aan danken bijvoorbeeld of omdat we de producten nodig hebben. Als die voordelen wegvallen, blijft alleen de hinder over: woningen in wat een buitengebied hoort te zijn, CO2-uitstoot, verkeersbewegingen en zo verder.

Goede arbeidsvoorwaarden

Op de lange termijn is er nog een ander bezwaar. Na de Tweede Wereldoorlog hebben kabinetten, vakbonden en andere betrokkenen stap voor stap gewerkt aan relatief goede arbeidsvoorwaarden voor werknemers. Dat gaat dan over cao’s, pensioenen, ontslagbescherming en het recht om een huis te huren bij iemand die niet je werkgever is.
De arbeidsmigranten knagen onbedoeld en ongewild aan die opgebouwde rechten. Een pijnlijk voorbeeld is te vinden in de transportbranche, waar volgens vakbond FNV werkgevers hun toevlucht nemen tot laagbetaalde krachten uit onder meer Oekraïne, Wit-Rusland en Oezbekistan.


Die chauffeurs accepteren volgens de bond slechte arbeidsomstandigheden en nemen het met rij- en reistijden minder nauw dan wettelijk verplicht is.

Aanbevelingen commissie Roemer

Het is niet voor niets dat de Commissie Roemer vorig jaar met een reeks aanbevelingen kwam om dit soort kwalijke ontwikkelingen te stoppen. Om bijvoorbeeld een einde te maken aan die dakloze Oost-Europeanen die bij gebrek aan werk ook geen woning meer hebben.


Je zou goedwillend kunnen vaststellen dat de arbeidsmigranten beter worden van het werk dat ze hier vinden. Dat Hart ook dat belang in ogenschouw moet nemen. Wat de fractie betreft zijn die mensen echter meer gediend bij een plantenkweker in het buitengebied bij Krakau.
Daar kunnen ze hetzelfde werk doen en steunen ze ook nog eens de eigen economie. Zeker als de gekweekte planten voor een groot deel niet voor de Nederlandse thuismarkt zijn, kan zo’n bedrijf beter de werknemers opzoeken in plaats van andersom.

Waarmee we het Erpse bedrijf trouwens geen strobreed in de weg leggen. De voorgenomen bouw van studio’s past binnen het mede door Hart goedgekeurde beleid. Daar komt nog eens bij dat de initiatiefnemer via lokale media laat weten dat hij er in het belang van zijn medewerkers echt iets goeds en moois van wil maken.

Aan Stadskrant Veghel vertelde Maurice Deben van Van den Elzen Plants dat er wordt voorzien in ‘een hoge mate van privacy, het kunnen bereiden van eigen eten, eigen sanitair en voldoende mogelijkheden tot vrijetijdsbesteding’. Zeg maar wat Maurice thuis al jarenlang vanzelfsprekend vindt.


Maar van de andere kant: andere werkgevers, waaronder enkele vooraanstaande uitzendbureaus, kunnen er een voorbeeld aan nemen.


Laurens van Voorst
Fractievoorzitter Hart



Wilt u een bijdrage leveren aan de discussie of een opinie kwijt over andere onderwerpen mail dan naar redactie@omroepmeierij.nl. De redactie behoudt zich het recht voor ingezonden brieven en artikelen te weigeren dan wel te redigeren of in te korten. Anonieme stukken worden niet geplaatst.