Opnieuw demonstratie tegen voorstelling 'Slachtvisite'
VEGHEL – Vier leden van de actiegroep Reality Animal Protection hebben zaterdagavond, net als de week ervoor, gedemonstreerd tegen de voorstelling Slachtvisite op het festival Bijt!.
De demonstranten vinden elke vorm van het eten van vlees verwerpelijk omdat het doden van dieren voor consumptie in hun ogen misdadig is. En de groep vindt het onbegrijpelijk dat er nu in de vorm van een theater-voorstelling ook nog eens op die manier aandacht wordt besteed aan het eten van vlees.
Tijdens de voorstelling van Slachtvisite laten slagers zien hoe een half varken vakkundig kan worden uitgebeend.
De Peergroup, die de voorstelling van Slachtvisite brengt, zegt het jammer te vinden dat de activisten niet met hen in gesprek willen gaan, “want wij willen met deze voorstelling juist bereiken dat mensen meer en beter gaan nadenken over voedsel en dat begint bij dat je weet wat je eet”, aldus de theater-makers.
1000 bezoekers
“Wij hebben wel degelijk met die mensen van Slachtvisite gesproken, maar wij willen op geen enkele manier deel uitmaken van die voorstelling”, aldus woordvoerder Pascal van Reality Animal Protection.
De bezoekers van Slachtvisite reageerden afwisselend op de demonstranten bij de Koekbouw. Enkelen gingen met de demonstranten in discussie, maar de meesten liepen gewoon door.
Hester Klein Tijssink, die namens de organisatie van Bijt! zaterdagavond aanwezig was, zei op zich juist blij te zijn met de actie van de demonstranten omdat dit past bij de aandacht die Bijt! wil genereren voor alles wat met voedsel en voedselproductie te maken heeft.
Het was zaterdagavond de 8e en laatste voorstelling van Slachtvisite en bij elkaar hebben de afgelopen 10 dagen ongeveer 1000 belangstellenden die voorstelling, waar ook een diner bij hoorde met vooral producten die de avond ervoor dus verwerkt waren door de slagers, bijgewoond.
“We zijn daar uitermate tevreden over en zien deze manier van kunst/cultuur en voedsel met elkaar verbinden als een prima werkwijze”, aldus Klein Tijssink.