Pastoor Ard Smulders kijkt uit naar de carnavalsmis
VEGHEL – Zoals de carnavalsoptocht het hoogtepunt is van iedere Prins en zijn Adjudanten, zo kijkt Pastoor Ard Smulders ieder jaar weer uit naar de carnavalsmis in de Sint Lambertuskerk. Al 19 jaar besluit hij in een bomvolle kerk met feestgangers de Heilige mis met zijn carnavalspreek. Beter gezegd: Met zunne Klets.
Ard Smulders is een echte Brabander die weet dat er ieder jaar, 40 dagen voor Pasen, carnaval wordt gevierd. Hij stond als pastoor ook in carnavalsstad Helmond aan het hoofd van een parochie, Toen hij 20 jaar geleden naar Veghel kwam stemde hij direct in om de traditie van de viering van een carnavalsmis op zondagmorgen voort te zetten. Ook zijn voorganger pastoor Hendriks heeft daar altijd positief ingestaan en Ard nam zijn erfenis direct over. Met aan het einde van de Heilige mis een buut. “Die deed ik toen nog uit mijn hoofd. Ik vond het mooi om te zien dat de mensen daar plezier aan beleefden”. Pastoor Smulders vond en vindt nog steeds dat de kerk er niet alleen is voor de serieuze en zware momenten in het leven.
Klets op tijd klaar
Dat hij zijn jaarlijkse ‘klets’wel serieus neemt blijkt wel uit het feit dat de pastoor na de zomervakantie de eerste regels al op papier zet. Dat gebeurt dan in een handschrift dat alleen hij kan lezen. Voor Kerstmis wil Smulders de tekst al in de kluis hebben liggen. Dan heeft hij tot aan het moment surprême nog de tijd om het allemaal nog eens na te lezen en als het moet te herschrijven.
Aswoensdag terugkomen
Zondag 11 februari kunnen de carnavalsvierder weer lachen met de ludieke uitspraken van de pastoor. Waar overigens ook nog wel een serieus tintje aan zit. Want aan het einde van de klets roept hij zijn gehoor nog op om na 4 dagen feesten op Aswoensdag terug te komen om een askruisje te halen. Daar geven doorgaans 400 à 500 Kuussegatters onder aanvoering van de Prins gevolg aan. “Dat hoort er ook bij”, vindt Ard Smulders. Om vanaf dat moment gedurende de vastentijd toe te werken naar een ander feest. Pasen.
Ard Smulders is een echte Brabander die weet dat er ieder jaar, 40 dagen voor Pasen, carnaval wordt gevierd. Hij stond als pastoor ook in carnavalsstad Helmond aan het hoofd van een parochie, Toen hij 20 jaar geleden naar Veghel kwam stemde hij direct in om de traditie van de viering van een carnavalsmis op zondagmorgen voort te zetten. Ook zijn voorganger pastoor Hendriks heeft daar altijd positief ingestaan en Ard nam zijn erfenis direct over. Met aan het einde van de Heilige mis een buut. “Die deed ik toen nog uit mijn hoofd. Ik vond het mooi om te zien dat de mensen daar plezier aan beleefden”. Pastoor Smulders vond en vindt nog steeds dat de kerk er niet alleen is voor de serieuze en zware momenten in het leven.
Klets op tijd klaar
Dat hij zijn jaarlijkse ‘klets’wel serieus neemt blijkt wel uit het feit dat de pastoor na de zomervakantie de eerste regels al op papier zet. Dat gebeurt dan in een handschrift dat alleen hij kan lezen. Voor Kerstmis wil Smulders de tekst al in de kluis hebben liggen. Dan heeft hij tot aan het moment surprême nog de tijd om het allemaal nog eens na te lezen en als het moet te herschrijven.
Aswoensdag terugkomen
Zondag 11 februari kunnen de carnavalsvierder weer lachen met de ludieke uitspraken van de pastoor. Waar overigens ook nog wel een serieus tintje aan zit. Want aan het einde van de klets roept hij zijn gehoor nog op om na 4 dagen feesten op Aswoensdag terug te komen om een askruisje te halen. Daar geven doorgaans 400 à 500 Kuussegatters onder aanvoering van de Prins gevolg aan. “Dat hoort er ook bij”, vindt Ard Smulders. Om vanaf dat moment gedurende de vastentijd toe te werken naar een ander feest. Pasen.