Schijndelaar (23) gaat toch vrijuit na hoger beroep

DEN BOSCH – Quincy van U. is na een hoger beroep alsnog vrijgesproken. De rechtbank veroordeelde de 23-jarige Schijndelaar in mei 2022 tot 10 jaar gevangenisstraf vanwege brandstichting en viervoudige poging tot doodslag. Het gerechtshof vindt het bewijs echter niet duidend genoeg om te kunnen concluderen dat Van U. daadwerkelijk schuldig is.

Zowel Van U. als het Openbaar Ministerie ging in hoger beroep na de uitspraak van de rechtbank. De officier van justitie vond de veroordeling te licht. Van U. heeft altijd verklaard onschuldig te zijn.

Het voorval vond plaats op 14 oktober 2020. Er ontstond brand in de woning aan de Planetenlaan, waar Van U. samen met zijn adoptieouders en zussen woonde. Er vielen geen dodelijke slachtoffers, al raakte een van de zussen gewond nadat ze uit het raam van de zolder sprong. De andere zus liep – net als Van U. zelf – brandwonden op.

Veroordeling
Uit onderzoek bleek dat er benzine was gebruikt om het vuur aan te wakkeren. Van U. bleek als eerste buiten te zijn gekomen. De rechtbank vond destijds het bewijs belastend genoeg om de verdachte te veroordelen. Van U. kreeg 10 jaar voor brandstichting en viervoudige poging tot doodslag.

Zowel de verdachte als het OM konden zich niet vinden in de uitspraak. Volgens het OM handelde Van U. met voorbedachten rade en was er dus sprake van poging tot moord. Zij eiste dan ook 18 jaar. Van U. heeft sinds zijn aanhouding in juli 2021 zijn onschuld uitgesproken. Beide partijen gingen in hoger beroep. Deze vond plaats op woensdag 5 februari jl. bij het gerechtshof in Den Bosch.

‘Onterecht als enige verdachte’
Tijdens het hoger beroep werd duidelijk dat Van U. niet met volledige zekerheid aan de brandstichting kan worden gelinkt. Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) heeft een technisch onderzoek laten uitvoeren. Hieruit bleek dat - technisch gezien - iedereen binnen het gezin de brand gesticht zou kunnen hebben. Dat Van U. enkele uren voor de brand alleen op zijn kamer zat, als eerste buiten was en daarbij handschoenen droeg, was volgens het NFI geen doorslaggevend bewijs. Daarnaast werden er op de kleren van de verdachte geen sporen van brandbare vloeistoffen aangetroffen. Hierop besloot het gerechtshof om Van U. alsnog vrij te spreken.