Tuinbouwsector moet meer samenwerken voor betere toekomst
Burgemeester Van Rooij doet verkenning op verzoek provincie
MEIERIJSTAD – Tuinbouwbedrijven in Zuid-Nederland moeten beter samenwerken zodat de sector als geheel een betere toekomst heeft. Dat is één van de bevindingen die burgemeester Kees van Rooij van Meierijstad deed. In opdracht van de provincie deed hij een verkenning naar de toekomst van de tuinbouwsector.
Volgens gedeputeerde Elies Lemkes is het economische en maatschappelijke belang van de tuinbouwsector in Brabant en Limburg groot. Dat wil de provincie verder uitbouwen. Daarom is Van Rooij gevraagd een verkenning uit te voeren.
Na zijn gesprekken met telers en handelsorganisaties stelt Van Rooij vast dat een klein aantal retail- en handelsorganisaties grote invloed heeft op het werk van telers. Om het hele jaar door dezelfde groente en fruit te kunnen leveren importeren telers zelfs producten. Volgens het rapport van de burgemeester van Meierijstad willen telers zelf meer invloed hebben en daarom bundelen ze hun krachten in telersverenigingen.
Lokale producten
Daar komt nog bij dat consumenten (vooral in Duitsland) steeds vaker lokale producten willen hebben. Handel en consument willen daar meer voor betalen. Voor de telers betekent het dat ze soms moeten verhuizen en daartoe zijn ze niet altijd bereid.
Er is in de tuinbouwsector in Zuid-Nederland veel versnippering, mede als gevolg door familiebedrijven die zelf hun eigen plan willen trekken. Gezamenlijke erkenning van het feit dat er “oud zeer” is dat samenwerking en versterking van de sector in de weg staat, kan volgens Van Rooij al een stap in de goede richting zijn. De urgentie en de noodzaak daarvan wordt volgens de burgemeester van Meierijstad niet bij iedere teler gevoeld.
Zolang telers blijven denken dat investeren in een goede relatie met andere telers minder oplevert dan investeren in en kwaliteitsproduct of relaties met de klant, zal deze situatie niet veranderen, aldus Van Rooij. Volgens de burgemeester van Meierijstad zal dat pas veranderen als telers voor opgaven komen te staan die ze in hun eentje niet meer kunnen behappen.